Voor | Gaat u als volgt te werk |
Grafiekstijl | Kies een stijl voor gegevenspunten. |
Kleurenschema | Kies een gecoördineerd kleurenthema voor gegevenspunten. Als u Enkele kleur kiest, kiest u een kleur voor alle gegevensreeksen in de grafiek. Positief/negatief-grafieken: U kunt een kleur kiezen voor de positieve gegevenspunten en een andere kleur voor de negatieve gegevenspunten. Het is echter niet mogelijk om voor elk gegevenspunt in een grafiek een specifieke kleur te kiezen. |
Grafiekachtergrond | Kies een vulstijl en -kleur voor de achtergrond of kies Transparant als u geen vulling wenst. Als u een verloopstijl kiest, kiest u de kleuren die u in de achtergrond wilt laten samenvloeien. |
Bellentransparantie (alleen voor bellengrafieken) | Sleep het besturingselement om de transparantie van bellen in de grafiek te wijzigen of voer een transparantiepercentage in. |
Rasterlijnen | Selecteer Primaire rasterlijnen tonenof Secundaire rasterlijnen tonen en kies een kleur voor de lijnen. |
Voor | Kies |
Legendapositie | |
Achtergrond | Een vulstijl voor de achtergrond. Als u een verloopstijl kiest, kiest u de kleuren die u in de achtergrond wilt laten samenvloeien. |
Randstijl | Een stijl, breedte en kleur voor de rand rond de legenda. De breedte kan variëren van 1 tot 9 punten. Of kies de optie Geen rand. |
Voor | Kies |
Automatisch | Een lettertype en -stijl en gebruik de schuifregelaar om voor alle grafiekteksten een relatieve tekstgrootte in te stellen. |
Eigen | Lettertypen, -grootten, en -stijlen voor de grafiektitel, legendatekst, gegevenspunten en astitels en -labels. |
Randstijl | Een stijl, breedte en kleur voor de rand rond de legenda. De breedte kan variëren van 1 tot 9 punten. Of kies de optie Geen rand. |