Aangepast dialoogvenster tonen
• In het vak Titel geeft u de titel van het aangepaste dialoogvenster op. U kunt een letterlijke tekst invoeren, maar u kunt ook op Opgeven klikken als u een titel voor het dialoogvenster wilt laten berekenen.
• Bij Bericht geeft u het bericht van het dialoogvenster op. U kunt een letterlijke tekst opgeven maar u kunt ook op Opgeven klikken om een berichttekst te laten berekenen.
• In de velden voor de knoplabels geeft u (maximaal drie) knoppen op die in het aangepaste dialoogvenster worden weergegeven. Als u een labelveld voor een knop leeg laat, wordt deze knop niet weergegeven in het aangepaste dialoogvenster. Als u alle labelvelden leeg laat, verschijnt alleen de knop OK rechtsonder in het aangepaste dialoogvenster. Als u een knoplabel wilt maken op basis van een berekening, klikt u op Opgeven en geeft u de berekening op.
• De selectievakjes Gegevens vastleggen geven de invoer van het dialoogvenster door naar de database naargelang de actie van elke knop. Als geen velden actief zijn, worden de gegevens vastgelegd. Als een veld actief is, worden de gegevens vastgelegd wanneer de record wordt vastgelegd.
•
• Met Opgeven selecteert u het veld voor de invoer. Elk invoergebied wordt aan één veld toegewezen.
• Wachtwoordteken gebruiken (*) maskeert tekst terwijl deze wordt ingevoerd of wanneer deze vanuit de database wordt weergegeven. Met deze optie verbergt u gegevens die worden ingevoerd of weergegeven in het aangepaste dialoogvenster, maar brengt u geen veranderingen aan in de feitelijke gegevens zoals deze in de database worden opgeslagen.
• Bij Label geeft u een veldlabel op (de tekst die deze invoer voor de gebruiker identificeert). U kunt de letterlijke tekst invoeren of een label laten berekenen.
Bepaal met de Get(KeuzeLaatsteBericht) functie op welke knop de gebruiker drukt.
• 1 voor de eerste knop (standaard de knop OK)
• 2 voor de tweede knop (standaard de knop Annuleren)
• 3 voor de derde knop
•
• De gegevensinvoer via de scriptstap Aangepast dialoogvenster tonen is gebonden aan eventueel geldende criteria voor toegangsprivileges. (Als u het script wilt inschakelen voor alle gebruikers, klikt u met de rechtermuisknop op het huidige script in het scriptvenster en kiest u Volledige toegangsprivileges verlenen.
• Voor databases die zijn gemaakt met oudere versies dan FileMaker Pro 12 en die worden geopend met FileMaker Pro 14, wordt het selectievakje Gegevens vastleggen voor Standaardknop geselecteerd wanneer u het dialoogvenster Aangepast dialoogvenster tonen opent.
•