Sneltoetsen voor de modi (Windows)U kunt deze sneltoetsen gebruiken om te schakelen tussen modi, door records en velden te bladeren, waarden in records en velden in te voeren en tekst op te maken en te bewerken.
U kunt met deze sneltoetsen in de bladermodus records maken, verwijderen, dupliceren, weglaten, sorteren en afdrukken.
U kunt met sneltoetsen in de lay-outmodus objecten ordenen en uitlijnen, velden opmaken, lay-out gereedschappen gebruiken en lay-outs maken.
Opmerking U kunt met de pijlaanwijzer ook rondom de objecten een selectiekader slepen. Het selectiekader hoeft de objecten niet volledig in te sluiten. (Als u alleen de objecten binnen het selectiekader wilt selecteren, houdt u Ctrl ingedrukt terwijl u sleept.) Ctrl+1 om naar het tabblad Positie van het infovenster te gaan. Druk vervolgens op de Tab-toets tot de gewenste formaatactie is geselecteerd en voer de gewenste waarde in. Druk op het numeriek toetsenbord op de Enter-toets om naar het lay-outvenster terug te keren.
De gedeeltelabels horizontaal of verticaal weergeven