U kunt ook overschakelen naar een andere modus met de knoppen op de statusbalk. Welke knoppen worden weergegeven op de statusbalk is afhankelijk van de modus waarin u werkt. U kunt de statusbalk echter aanpassen zodat u zelf kunt bepalen welke knoppen in elke modus beschikbaar zijn. Raadpleeg
De statusbalk gebruiken voor meer informatie.
Met Lay-out verlaten gaat u terug naar de voorgaande modus waarin u werkte. Als u bijvoorbeeld werkte in de bladermodus en overschakelde naar de lay-outmodus, gaat u weer terug naar de bladermodus als u op Lay-out verlaten hebt geklikt. Zie de tabel hiervoor wanneer u wilt overschakelen naar een andere modus.
Met Schermafdruk verlaten gaat u terug naar de modus waarin u ervoor werkte. Als u bijvoorbeeld werkte in de lay-outmodus en overschakelde naar de schermafdrukmodus gaat u weer terug naar de lay-outmodus als u op Schermafdruk verlaten hebt geklikt. Zie de tabel hiervoor wanneer u wilt overschakelen naar een andere modus.