De weergavestatus voor een object opgevenU kunt kenmerken opgeven die de status van een object (en de bijbehorende onderdelen) aangeven zodat u een visuele hint krijgt bij bewerkingen die u uitvoert. Zo kunt u bijvoorbeeld een knop opmaken zodat deze in een donkere kleur wordt weergegeven wanneer u op de knop klikt, of kunt u de huidige record laten weergegeven in een contrasterende kleur in de Lijstweergave.
1. Selecteer in de lay-outmodus één of meer objecten.Opmerking Als u de actieve (huidige) record of afwisselende records wilt weergeven met een andere opvulling in Lijstweergave, selecteert u Hoofdgedeelte als gedeeltelabel. Het hoofdgedeelte wordt beschouwd als een object in de volgende stappen.
2. De lijst met objecttypen (boven aan het tabblad Uiterlijk) toont het type van het geselecteerde object. Als u verschillende typen objecten selecteert, geeft FileMaker Pro Geselecteerde objecten weer.
3. Voor objecten met verschillende onderdelen (bijvoorbeeld knoppen, portalen of schuifbesturingselementen) kiest u uit de lijst met objecttypen.Opmerking Niet alle stijlkenmerken zijn beschikbaar voor alle objecttypen of de bijbehorende onderdelen.
Normaal of Inactief Het lay-outgedeelte Hoofdgedeelte wordt bekeken in de Formulierweergave of Lijstweergave, of gerelateerde records worden in de rijen van een portaal weergegeven. Als u de Primaire status instelt, vult u de achtergrond van het hoofdgedeelte of alle rijen in een portaal. Raadpleeg Nieuwe stijlen voor lay-outobjecten, -onderdelen of -achtergrond maken, Opvulling, lijnstijl en omlijning instellen voor objecten, lay-outonderdelen en lay-outachtergrond en Schaduwen en opvulling toevoegen aan lay-outobjecten.
6.
•
•
• De status 'Aangewezen met cursor' wordt alleen weergegeven wanneer de rij die wordt aangewezen met de cursor niet actief is of wanneer de huidige rij actief is en Status van actieve rij gebruiken niet is ingesteld in het portaal. Raadpleeg Portalen opmaken
• De status 'Ingedrukt' wordt alleen weergegeven wanneer de huidig ingedrukte rij niet actief is, de huidig ingedrukte rij actief is en Status van actieve rij gebruiken niet is ingesteld in het portaal, of de scriptactivering BijToegangObject is toegewezen aan het portaal. Raadpleeg BijToegangObject.