Containervelden instellen om gegevens extern op te slaan
1. Opmerking Als u opties voor velden in de tabelweergave wilt instellen, klikt u met de rechtermuisknop op de kolomkop voor het veld en kiest u Veld > Veldopties in het venstermenu. Ga daarna verder met stap 6.
5. Klik op Opties (of dubbelklik op de veldnaam).
7. Selecteer in het gebied Container de optie Containergegevens extern opslaan.
8. U kunt containergegevens in een andere directory opslaan. Raadpleeg Externe opslag voor containergegevens beheren.
Beveiligde opslag (de standaardoptie) U kunt een ander pad invoeren of op Opgeven klikken om een berekend pad op te geven.
10. Klik op OK om het dialoogvenster Opties voor veld te sluiten.
• Als de database één tabel bevat, zal de naam voor de database in het pad voor de basisdirectory identiek zijn aan de naam van de tabel in het standaardpad voor open opslag. Voorbeeld: in de basisdirectory [locatie voor database]/Eigenschappen is "Eigenschappen" de bestandsnaam voor de database en in het pad voor open opslag Eigenschappen/Foto is "Eigenschappen" de naam van de tabel.
•
• Als u FileMaker Pro Advanced gebruikt, kunt u databasebestanden coderen om ze te beveiligen terwijl ze op een schijf worden bewaard. Raadpleeg Databasebestanden coderen (FileMaker Pro Advanced).