FileMaker Pro maakt gebruik van bepaalde standaardinstellingen om bestanden te herstellen. U kunt deze instellingen wijzigen wanneer u probeert een beschadigd bestand te herstellen.
Vervolgens wordt het dialoogvenster Geavanceerde herstelopties weergegeven, waarin de standaardherstelopties zijn geselecteerd (als dit de eerste keer is dat dit dialoogvenster wordt weergegeven tijdens de actuele sessie van de toepassing) of de opties die het laatst tijdens de actuele sessie zijn geselecteerd.
|
|
|
|
|
|
Het bestandsschema opnieuw opbouwen. Deze optie zorgt ervoor dat alle records en veldgegevens worden gescand.
Opmerking Scanning van alle records en veldgegevens kan een tijd duren, maar het is de enige optie waarbij ontbrekende veld- of tabeldefinities opnieuw worden gemaakt. Als er velden of records zijn op ongeldige locaties in het bestand, kunt u deze alleen met deze optie zoeken en verwijderen.
|
|
|
|
|
|
Veldindices opnieuw opbouwen en selecteer vervolgens Nu of Later
|
|
|
|
|
De laatst gebruikte instellingen verwijderen, zoals paginaopmaak, afdrukinstellingen, standaardinstellingen lay-outopmaak; en voor elke tabel in een bestand de import- en exportvolgorde, recente sorteerbewerkingen, recente zoekopdrachten, de laatste gevonden reeks en opties voor verzending van e-mail. (Maar alle opgeslagen zoekopdrachten worden hersteld.)
|
|
|
|
Scripts of lay-outs overslaan die normaal wel worden gebruikt wanneer het bestand wordt geopend. (Alle scripts die in Bestandsopties zijn gemaakt met de scriptactiveringen BijEersteVensterOpenen of BijVensterOpenen worden uitgeschakeld en FileMaker Pro maakt een lege lay-out waarin het bestand wordt geopend.) Bij deze optie wordt u aan het eind van het herstelproces gevraagd om een accountnaam en wachtwoord in te voeren die volledige toegang tot de database geven.
|
|
Als u tijdens dezelfde sessie van de toepassing nog een bestand wilt herstellen met deze instellingen, schakelt u in het dialoogvenster Naam nieuwe herstelde bestand de optie
Geavanceerde opties gebruiken in. Als u deze instellingen wilt wijzigen, houdt u in het dialoogvenster Naam nieuwe herstelde bestand de optie
Geavanceerde opties gebruiken ingeschakeld en klikt u op
Opgeven.