Samenvoegvariabelen in een lay-out invoegen

U kunt een samenvoegvariabele maken die een waarde van een variabele weergeeft. U kunt voor bepaalde taken samenvoegvariabelen gebruiken in plaats van velden van het type globaalveld of niet-opgeslagen berekening. Een samenvoegvariabele kan bijvoorbeeld de totale kosten onder aan een factuur weergeven of de naam van de account die is gebruikt om een rapport af te drukken.

De waarde van de samenvoegvariabele ziet u in de modi Bladeren, Zoeken en Schermafdruk en wanneer u records afdrukt.

Zo voegt u een samenvoegvariabele in een lay-out in:

  1. Maak een variabele met de Variabele instellen scriptstap.

    U doet er goed aan om algemene variabelen te maken die u als samenvoegvariabelen kunt gebruiken.

  2. Klik in de lay-outmodus in de lay-out waar u de variabele wilt invoegen en kies Invoegen > Samenvoegvariabele.

    Voeg bijvoorbeeld een samenvoegvariabele in een tekstblok in of los in de lay-out in.

    Voeg geen samenvoegvariabelen in op een veld of een ander object dat u wilt weergeven.

    Er verschijnt een tijdelijke aanduiding voor de samenvoegvariabele (<<$$>>) in de lay-out.

  3. Klik tussen de tekens $$ en >> in de tijdelijke aanduiding van de variabele en typ de naam van de samenvoegvariabele (de naam van de variabele die u in stap 1 in hebt gemaakt).

Belangrijk  Om ervoor te zorgen dat samenvoegwaarden correct worden weergegeven, moet elke record worden vernieuwd als erdoor wordt gebladerd, als er een schermafdruk van wordt weergegeven of als de record wordt afgedrukt. U kunt records handmatig vernieuwen, bijvoorbeeld door een knop ‘Vernieuwen’ te maken die de scriptstap Venster vernieuwen aanroept, of automatisch door een script te maken die de scriptstap ‘Venster vernieuwen’ bevat. Als u slechts één of enkele objecten in een venster moet vernieuwen, gebruikt u de scriptstap Object vernieuwen.

Voorbeelden

  • Wanneer u een samenvoegvariabele met de naam <<$$acctnaam>> wilt maken die de naam van de gebruikersaccount weergeeft, maakt u de scriptstap: Variabele instellen [$$acctnaam; Waarde: Get (AccountNaam)]. Vervolgens voegt u de samenvoegvariabele <<$$acctnaam>> in de lay-out in.
  • Als u een samenvoegvariabele met de naam <<$$IOnum>> wilt maken die de tekst "MIO" toevoegt aan het huidige recordnummer om een inkoopordernummer te maken, maakt u de scriptstap: Variabele instellen [$$IOnum; Waarde: Get (RecordNummer) & "‑MPO"]. Vervolgens voegt u de samenvoegvariabele <<$$IOnum>> in de lay-out in.

Opmerkingen 

  • Een variabele die wordt gebruikt als een samenvoegvariabele kan niet het herhalings(index)nummer van een herhalend veld bevatten (zoals in de syntaxis $variabele[herhaling]) of een bestandspad.
  • De waarde van een samenvoegvariabele neemt de kenmerken over van het tekstblok waarin de waarde is ingevoegd (of de standaardtekstkenmerken van de lay-out als de samenvoegvariabele in de lay-out zelf was ingevoegd). Als u de tekstkenmerken van samenvoegwaarden wilt wijzigen, selecteert u de hele samenvoegvariabele in de lay-outmodus (inclusief de tekens <<, $$ en >>) en selecteert u de tekstopmaakopties. Raadpleeg Tekst opmaken voor meer informatie.
  • U kunt ook met een samenvoegveld gegevens weergeven. Raadpleeg Samenvoegvelden in een lay-out plaatsen.
  • U kunt ook een Get-functie gebruiken in plaats van een algemene variabele of een samenvoegvariabele. Raadpleeg Paginanummers, datums of andere variabelen invoegen in een lay-out en Get-functies.