Toegang tot OAuth-account bewerken (alleen FileMaker Pro)

Voor bestanden die worden gehost door FileMaker Server, kunnen gebruikers worden geverifieerd via OAuth-identiteitsproviders zoals Amazon, Google, Microsoft Azure AD of een eigen OAuth-identiteitsprovider. Met OAuth-accounttoegang kunt u de toegang tot uw bestanden beheren via externe identiteitsproviders en hebt u mogelijk toegang tot extra beveiligingsmaatregelen, zoals verificatie met meerdere factoren, waarbij meer dan één verificatiemethode vereist is.

Zo stelt u accounttoegang via een OAuth-identiteitsprovider in of bewerkt u deze:

  1. Begin nieuwe of bestaande accounttoegang voor een gebruiker of groep van een OAuth-identiteitsprovider te bewerken in het dialoogvenster Beveiliging beheren.

    Raadpleeg Accounttoegang instellen en bewerken.

  2. Kies bij Verifiëren via voor Amazon, Google, Microsoft Azure AD of Eigen OAuth.

    Raadpleeg de technische specificaties van het Claris-platform of technische specificaties van het FileMaker-platform voor een lijst met ondersteunde, eigen OAuth-identiteitsproviders.

  3. Als u accounttoegang wilt verlenen aan een gebruiker of groep, klikt u op Nieuw. Voor het wijzigen van een bestaande accounttoegangsinvoer, selecteert u de gebruiker of groep.

  4. Om dit te doen

    Gaat u als volgt te werk

    Toegang verlenen aan een gebruiker

    Microsoft Azure AD of eigen OAuth: Kies bij Groep of gebruiker voor Gebruiker.

    Voer de Gebruikersnaam in die door de OAuth-identiteitsprovider is ingesteld voor de account.

    Toegang verlenen aan een groep

    Kies bij Groep of gebruiker voor Groep. Voer vervolgens de Groepsnaam of, voor Microsoft Azure AD, de Groepsnaam (Object-ID) in die door de OAuth-identiteitsprovider is ingesteld.

  5. Bij Privilegeset kiest, maakt of bewerkt u een privilegeset.

    Raadpleeg Privilegesets maken en bewerken.

    De privilegeset die aan deze instantie van accounttoegang is toegewezen, bepaalt welke bewerkingen de gebruiker of groep van een OAuth-identiteitsprovider kan uitvoeren in het bestand.

  6. Selecteer het selectievakje om de account actief te maken.

    Maak accounttoegang inactief, bijvoorbeeld om privilegesets in te stellen voordat gebruikers zich kunnen aanmelden.

  7. Microsoft Azure AD of eigen OAuth: Als u toegang verleent aan meerdere groepen of gebruikers, moet u de prioriteit van de accounttoegang mogelijk wijzigen.

    Raadpleeg De prioriteit van accounttoegang wijzigen (alleen FileMaker Pro).

Opmerkingen 

  • U moet aanvullende opties instellen in de Admin Console voor FileMaker Server om gebruikers te verifiëren via een OAuth-identiteitsprovider. Raadpleeg de Claris Server en FileMaker Server Help.